Maandelijks archief: december 2021

HVP Telling december 2021

Op zaterdag 11 december is de maandelijkse HVP-telling van het Balgzand uitgevoerd door Johanna van Dillen-Staal en Roelf Hovinga.

Het tij kwam pas vrij laat op de ochtend voldoende hoog om goed te kunnen tellen en voor we het wisten zakte het water ook alweer. Wat ook niet help was dat het voorspelde tij toch al niet erg hoog zou komen (+32NAP). Met name in het meest zuidelijke/oostelijke deel van het Balgzand was het water daardoor alweer dermate ver gezakt dat we vogels hebben gemist. Met name eenden als Smient en Pijlstaart en steltlopers zullen daardoor onderteld zijn. Desondanks was het qua aantallen een geslaagde telling, met bijna 65.000 getelde vogels. Hiervan bestond een groot deel uit Bonte Strandlopers, die met 42.385 getelde exemplaren verreweg de meest algemene soort was. Ook soorten als Smient (1185), Scholekster (1604), Kanoet (7524) en Wulp (3773; inclusief “Moby Dick”, de leucistische vogel die al jaren op het Balgzand overwintert) waren goed vertegenwoordigd.

Aan opmerkelijke waarnemingen verder nog: Roodkeelduiker (1), Kleine Zilverreiger (1), Lepelaar (11), Middelste Zaagbek (197), Brilduiker (27), Slechtvalk (2), Waterral (2), Bontbekplevier (42), Drieteenstrandloper (105), Watersnip (32), Zwarte Ruiter (15), Groenpootruiter (1), Oeverloper (1 zowel in zit als vlucht goed gezien in de Verzakking, van zowel Groenpoot als Oeverloper zijn december-waarnemingen in deze regio vrij bijzonder), Zeekoet (2), Oeverpieper (2), Baardman (13), Keep (20) en Frater (36; ze zijn laat deze winter, maar gelukkig toch weer aanwezig).

Wadvogeltelling 20 november 2021

De maandelijkse wadvogeltelling van het Balgzand is uitgevoerd door Leo Hofland, Rudy de Hoog en ondergetekende.

Omdat het al heel vroeg hoog water was, moest een deel van de telling met afgaand water worden uitgevoerd, waardoor steltlopers in het oostelijk deel van het telgebied (Slikhoek) ongetwijfeld zijn onderteld. Met ruim 34.000 vogels was het qua aantallen niet overdreven druk, maar veel werd goed gemaakt door de variatie aan soorten. Met bijna 18.000 vogels was Bonte Strandloper de meest algemene soort deze telling, op ruime afstand gevolgd door soorten als Scholekster (2580), Wulp (2510) en Kanoet (1838). Opvallend schaars was de Rotgans, met slechts 50 exemplaren. Ook de kwelderzangvogels (Strandleeuwerik, Frater, Sneeuw- en IJsgors) lieten het deze telling afweten, terwijl midden november normaal gesproken toch een goede periode is voor deze soorten. Een grote groep Vinken (125, opvallend voor hier) op het Van Ewijcksluisschor deed de tellersharten even wat sneller kloppen, maar er zaten toch echt geen andere soorten tussen.

Aan opmerkelijke soorten verder deze dag: Kleine Zilverreiger (7), Lepelaar (19), Topper (5), Brilduiker (53), Nonnetje (2), Middelste Zaagbek (57), Grote Zaagbek (1), Slechtvalk (2), Blauwe Kiekendief (1), Waterral (1), Kluut (141), IJslandse Grutto (13), Groenpootruiter (1), Zwarte Ruiter (7), Witgat (1), Zeekoet (3, ongebruikelijk voor hier, past in het plaatje van hoge aantallen, deels verzwakte en dode, alkachtigen voor de Nederlandse kust deze herfst) en Oeverpieper (2).